Vermoedelijk hoorde ik het verhaal voor het eerst op de middelbare school in een wiskundeles. Het verhaal van de uitvinding van het schaakbord.Ik herinner me het zo ongeveer:
Een koning verveelde zich en verordonneerde een nieuw spel. Een geleerde kwam na een paar dagen terug met wat we nu het schaakspel noemen. De koning was zo verrukt dat hij de geleerde zei: “Noem je beloning en je krijgt het!”
De geleerde dacht niet lang na en antwoordde: “Ik wil graag één rijstkorrel op het eerste vakje van het schaakbord, twee op het tweede, vier op het derde, acht op het vierde enzovoort tot en met vakje 64.”
De koning dacht goedkoop klaar te zijn en stemde direct in. Bij het betalen bleek echter dat er al snel niet genoeg rijst in het land was. Mijn herinnering zegt dat degene die het me vertelde toen zei dat de geleerde van de weeromstuit maar ter dood veroordeeld werd.
Sinds dat momentje ik dat schaakbord voor me. En sinds ik mezelf een maker durf te noemen, wil ik dit schaakbord bouwen en de kracht van het exponentiële verband laten zien.
Later bleek dit verhaal overigens in vele varianten te bestaan. Met graankorrels in plaats van rijstkorrels, of dat het niet de beloning was voor de uitvinding van het schaakbord maar voor een gewonnen potje enzovoort.
Wiskunde is mijn grote liefde, dus nadat ik de vorige zomer mijn Wilhelmusmachine had gemaakt, ben ik begonnen aan een ander groot wiskunde-maakproject. Dat is hels moeilijk en kent vele, vele obstakels. Toen ik daar weer eens in vastliep, dacht ik: “Ik moet mijn houtbewerking-skills maar eens aan gaan pakken en het schaakbord maken.” Dus vanaf oktober 2017 ben ik hieraan begonnen.
Eerst rekenen. En als je veel dezelfde dingen moet doen, slinger je Excel aan natuurlijk. Hoeveel rijstkorrels moeten er op elk vakje gaan liggen. Grappig genoeg loop je dan meteen tegen je eerste leermomentje aan: Excel is maar tot op 15 cijfers significant (check het plaatje hiernaast, na nummer 50 gaat het mis). Vermoedelijk is dit genoeg voor economische doeleinden waar Excel vooral voor gebruikt wordt maar voor mij onacceptabel natuurlijk. Gewone rekenmachines kunnen dit ook niet gemakkelijk, met de hand kan maar is best veel werk. Oplossing: Wolfram Alpha. Overigens staat helemaal onderaan deze tekst een tabel met mijn berekeningen. In deze tabel staan de gecorrigeerde aantallen die ik berekend.
Daarna moest ik natuurlijk gaan bedenken hoe zwaar dit ging worden. Natuurkunde. Ik mat thuis een flink aantal rijstkorrels en zag dat de gemiddelde massa van een Surinaamse rijstkorrel die ik gebruikte 20 mg was. Makkelijk rekenen: 50 in een gram, 50.000 in een kg.
De rijst opstapelen in een vakje kan natuurlijk wel aan het begin maar dat loopt al snel uit de hand en dan “overstroomt” het vakje. En dat wilde ik niet. De rijst moest bij elkaar worden gehouden. Doorzichtige buizen moesten het worden. Na wat zoeken bij leveranciers en nog verder zoeken, besloot ik tot het gebruiken van vrij brede buizen: 56 mm binnendiameter (60 mm buiten). Dat betekende een “larger than life” schaakbord vanwege de ruimte die het nodig heeft maar het zorgt ervoor dat er wel veel vakjes te vullen zijn met rijstkorrels. Na de “dichtheid” te hebben bepaald (tussen aanhalingstekens want het is de dichtheid inclusief de lucht eromheen, de dichtheid van de rijst zelf is een stuk hoger), kon ik met wat eenvoudige rekensommen, berekenen hoe hoog de rijst in deze buizen kon komen te staan. En dan moet er een keuze worden gemaakt: hoe hoog maak je de hoogste. Vanwege echte niet dat het wel een beetje spectaculair moet ogen, besloot ik te gaan voor de maximale lengte van 140 cm. Best hoog. Dit vakje is het 18e vakje (je hebt dan dus al bijna 3 kg rijst).
Maar wat komt dan daarna? Gewoon lege vakjes is wat saai. Maar een buis van 329 meter hoog (vakje 26, nog niet op de helft dus) lukt natuurlijk niet. “Dat is hoger dan de Eiffeltoren!” Deze gedachte was ook meteen de oplossing. Miniaturen van hoge dingen. Zo hoog als de buizen zouden reiken als ik wél zou doorbouwen. Dus, op vakje 26 komt een miniatuur Eiffeltoren. En op andere vakjes andere hoge dingen. Dingen waar miniaturen van zijn of van te maken zijn.
De Burj Kalifa (hoogste gebouw ter wereld), de Mount Everest natuurlijk en daarna het International Space Center. De maan, Mars, de zon en als laatste, heel toevallig maar bijna ontroerend toepasselijk, de Voyager. Bijna de laatste buis, de 62e, met rijst zou zo hoog zijn als de afstand van de aarde tot het door mensen gemaakte object dat het verste staat van de aarde.
Aan de slag! Ontwerpen, bestellen en bouwen. Alle overwegingen op het gebied van het bouwen, de zo stevig mogelijke constructie, het al dan niet uit elkaar halen van het gevaarte, het verven etc. staan in de Instructable die ik heb geschreven maar laten we zeggen: ik heb een hoop geleerd (een bekend eufemisme voor “Ik heb een heleboel fout gedaan”). Maar leren over hout en constructies, lijmen en schroeven, was een doelstelling, dus dat was alleen maar heel fijn. De miniaturen hadden soms ook wat voeten in de aarde. Een kleine Eiffeltoren is niet zo moeilijk. Een Burj Kalifa schaalmodel was ook wel te vinden. Maar een mooi schaalmodel van de maan is al wat lastiger en ik heb op een obscure plek uiteindelijk een schaalmodel van de Voyager gevonden. Een klein model van het ISS was veel lastiger en die heb ik uiteindelijk besteld bij Shapeways, waar ze deze in wit nylon hebben ge-3D-print. De maan is prachtig, namelijk in China “andersom” ge-3D-print en voorzien van een intern lampje. Door dit lampje worden de dikkere gedeelten donkerder en lijken dus kraters. Hij is wel wat groot. De zon was een project op zich: hij moest en zou er echt bij van mij. Maar een miniatuurzon is snel of kinderachtig of saai. Uiteindelijk heb ik een pingpongbal genomen, er een aantal LEDs ingedaan, deze geel geverfd met een marker en hem via een paar batterijen aangesloten.
Het hokje naast het hokje van 1,40 meter daar wilde ik ook graag wat op. Maar wat is 2,80 m. Uiteindelijk bedacht ik: een springende basketballer! Een Magic Johnson action figure, van E-bay is dat uiteindelijk geworden. Om het nog wat meer te verbeelden, heb ik ook wat ander, dunner buismateriaal gekocht waar rijst in kan.
En daar staat hij dan. Veel te groot, met een hoop foutjes die ik allemaal zie (maar jullie slechts een paar). Misschien wel 100 uur werk verder. En wat nu? Ik heb geen idee. Hij neemt nogal wat ruimte in en ruimte hebben we niet op de Populier en thuis is een idiote plek voor een ding dat bedoeld is om iets van te leren.
In ieder geval heb ik weer een boel nieuwe dingen geleerd. En ik hoop dat er wellicht een leerling is die door dit bord, net als ik, een diepe liefde voor wiskunde ontwikkelt.
Wat een geweldig project, hier kan ik enorm van genieten en het is gelijk een inspiratie voor mijn lessen op school. Bedankt!
Ik herinner mij nog dat een collega dit ongeveer 40 jaar geleden tijdens de middagpauze vertelde en door onze chef werd uitgelachen met de woorden: “ik zal het seffens een snel uitrekenen”. Toen zijn rekenmachine halfweg al aan het maximum zat reageerde hij geërgerd met de woorden “Nu heeft die gek nog gelijk ook!”